Werken in Vlaanderen is minder vervelend dan we dachten
Stress, burn-outs, deadlines, hervormingen, ontslagen, pesten. Het is maar een kleine greep uit woorden die geassocieerd worden met ‘werken’. Je zou kunnen denken dat het veel drukte is om niets, tot je op een dag de krant openslaat, de resultaten van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor ziet en leest dat het arbeidsklimaat voor slechts 50 procent van de werknemers gunstig is. Zou de helft van de werknemers dan werkelijk in een ongunstig klimaat werken? Of zijn deze cijfers overroepen?
Dat was één van de vragen die professor Hans De Witte, Carissa Vets en Guy Notelaers stelden, toen ze op verzoek van de federale overheid aan de slag gingen met de DiOVAdatabank. Die verschafte hen informatie over de werkkenmerken en het welzijn van bijna 45.000 Belgische werknemers, verzameld over een periode van tien jaar. De resultaten van hun analyses waren zo interessant dat ze die ‘op een meer vulgariserende wijze’ wilden toegankelijk maken voor een groter publiek. Hiervoor werd slechts gebruik gemaakt van het Vlaamse deel van de databank, maar dat is nog altijd goed voor 35.000 werknemers.
Problematische job
Als lezer word je eerst vlot ingeleid in de Vlaamse situatie. Vervolgens doorloop je stap voor stap de onderzoeksopzet en de resultaten. Daarna volgt de introductie van een nieuw en aangepast conceptueel kader dat weinig achtergrondkennis vereist om te kunnen volgen. Op het einde van de rit presenteren de auteurs suggesties om de kwaliteit van arbeid in Vlaanderen op een nieuwe manier te meten.
De feitelijke inhoud van het boek bespreken, zou te ver gaan. Om toch een tipje van de sluier op te lichten: het klopt dat slechts de helft van de Vlamingen een gunstige kwaliteit van werk heeft. Als de ‘ongunstige groep’ onder de loep wordt genomen, blijkt wel dat het werk voor 36 procent van de werknemers eerder neutraal is. De auteurs geven verder aan dat bij 14 procent het werk slecht is, maar dat het bij slechts 8 procent terecht is om van een echt ‘problematische job‘ te spreken. Een vrij ingrijpende nuancering van eerder onderzoek dus.
Uitdagend werk
Verder wordt in het boek ook de werkkwaliteit van verschillende beroepsgroepen vergeleken, waaronder die van psychologen. Wat blijkt: psychologen ervaren vrij veel stress op hun werk, maar tegelijk ook veel plezier. Dit is een goede combinatie, door de auteurs gecategoriseerd als ‘uitdagend werk’. Naast ‘aangenaam werk’, zoals leidinggevende, bestaan echter ook de categorieën ‘slopend werk’ (callcentermedewerker) en ‘saai werk’ (havenarbeider). De psychologen zijn dus zeker niet slecht af. Voor APPeL-lezers die enigszins geïnteresseerd zijn in een genuanceerd en helder beeld van de Vlaamse werksituatie is dit boek een aanrader. Het is misschien niet zo evident om eraan te beginnen, maar … we houden wel van een uitdaging!