Iedereen heeft ooit wel eens last van depressieve gevoelens. Bij zowat 15% van alle Belgen evolueren deze echter naar een depressie. Het is dan ook geen verrassing dat hier al veel over is geschreven: ettelijke zelfhulpboeken en behandelprotocollen die zijn uitgewerkt door experten, maar evengoed ook talloze literaire werken die ontstaan zijn vanuit persoonlijke ervaringen. In onze beeldcultuur is depressie echter relatief afwezig: de persoon die met de handen in het haar zit is een veelgebruikt stereotype, maar daar blijft het vaak ook bij. De Australiër Matthew Johnstone probeert hier verandering in te brengen. Hij ontwierp een kort ‘prentenboek’ van 48 pagina’s. Hierin schetst hij het verhaal van zijn leven met depressie aan de hand van paginagrote illustraties met een minimum aan tekst.
Viervoeter met grillen
Om depressie vorm te geven maakt de auteur gebruik van de metafoor van een zwarte viervoeter. De hond, traditioneel de beste vriend van de mens, werd in een ver verleden ooit nog beschouwd als de boodschapper van de dood. Het was echter de Britse staatsman Winston Churchill die de term in de Angelsaksische wereld gemeengoed maakte. Doorheen zijn leven werd hij namelijk frequent geconfronteerd met depressieve episodes, of zoals hij het noemde: zijn ‘black dog’.
De illustraties zijn heel herkenbaar, soms ludiek, maar ook intriest. De hoofdrolspeler in het verhaal moet vaak de grillen van zijn hond ondergaan, tegen wil en dank. Zo maakt Black dog maakt hem bijvoorbeeld lusteloos, negatief, zwak, schaamtevol, maar ook kregelig. Elke prent is hierbij zowel letterlijk als figuurlijk een mooie illustratie van de machteloosheid waar veel mensen met een depressie mee kampen. Iets meer dan de helft van het boek focust op de problemen waar iemand met een depressie mee kan worden geconfronteerd, terwijl in de tweede helft van het boek wordt getoond hoe het hoofdpersonage besluit om de problemen aan te pakken en de weg naar ‘genezing’ aanvat. Deze overgang van een probleemsituatie naar een oplossingsgericht handelen gebeurt vrij abrupt en voelt misschien wat naïef en kortzichtig aan. Niettemin schetst het boek toch wel een genuanceerd beeld van wat depressie is, hoe het aan te pakken en ermee te leren leven.
Duizend woorden
Het boek heeft dan ook een dubbele functie. Wie geconfronteerd wordt met een depressie kan het enerzijds gebruiken om de eigen situatie aan zijn of haar omgeving te verduidelijken. Anderzijds brengt het boek ook een hoopvol, positief verhaal. Het is niet bedoeld als zelfhulpboek, maar iemand met depressie kan zich hier waarschijnlijk wel in herkennen en zich er misschien ook aan optrekken. Daarnaast klinkt het misschien cliché, maar een beeld zegt vaak meer dan duizend woorden. Dat er in clichés vaak een grond van waarheid zit, zal Matthew zeker ook niet ontgaan zijn: deze recensie vraagt veel meer woorden om het boek toe te lichten, dan hij met zijn simpel doordacht verhaal en sobere illustraties nodig had om het te brengen. Alleen al omwille van deze unieke aanpak is het een boek om zeker eens te lezen.